Binnen vijf jaar gaan elektrische mobiele machines de markt in de bouw domineren. Dat is een belangrijke ontwikkeling met het oog op duurzaamheid en de stikstofproblematiek. Movares kreeg opdracht van Rijkswaterstaat om onderzoek naar deze ontwikkelingen te doen bij de vernieuwing van knooppunt Hoevelaken. Dit is een van de grootste projecten van Rijkswaterstaat. Het knooppunt wordt aangepast, zodat zowel de doorstroming van het verkeer als de kwaliteit van de leefomgeving van omwonenden wordt verbeterd. Movares is gevraagd om Rijkswaterstaat te ondersteunen in het gehele proces. Daarbij heeft Movares ook verkend of er duurzamere alternatieven zijn voor het bouwmaterieel die zullen worden ingezet. Er is gekeken naar de CO2-besparing en de kosten van deze duurzame alternatieven. Wat blijkt? De markt is in beweging maar heel erg snel gaat het nog niet. De verwachting is dat binnen vijf jaar elektrische apparaten de markt gaan domineren en dat is hoopgevend.
Op basis van interviews met fabrikanten van elektrische machines kunnen we vaststellen dat er een grote vraag is naar duurzaam bouwmaterieel in Nederland. Het aanbod is echter nog beperkt , aangezien de vraag uit Nederland een relatief kleine markt is voor internationale fabrikanten van bouwmaterieel. Er is voor hen dus nog geen prikkel om versneld grote aantallen elektrisch materieel te gaan produceren. Hoewel er lokale bedrijven bestaan die materieel kunnen ombouwen, is de periode van ontwikkeling tot introductie op de markt voor duurzaam bouwmaterieel ook nog eens erg lang (7 tot 10 jaar).
Wij zien al wel een duidelijke focus op elektrische technologie in de markt voor duurzaam bouwmaterieel. Het duurzaam materieel wordt nieuw ontworpen of is vaak een ombouw of retrofit model. Bij retrofit wordt het bouwmaterieel gemoderniseerd door het vervangen van de verouderde componenten. Het duurzame bouwmaterieel kan worden aangesloten op een externe energiebron, zoals een externe accu of via een stekker in het stopcontact (plugged), maar kan ook worden uitgevoerd met ingebouwde accu (unplugged). De verwachting is dat de komende vijf jaar elektrisch aangedreven materieel de markt gaat domineren. Daarentegen speelt duurzaam materieel op waterstof de komende jaren nog geen rol. Dit wordt pas op lange termijn verwacht.
Besparingen, marktrijpheid en meerkosten
Movares heeft berekend dat door het inzetten van bijvoorbeeld een elektrische knikdumper (unplugged) ongeveer 84 kg CO2 per draaiuur kan worden bespaard. Voor een telescoopkraan aangedreven op elektriciteit (unplugged) is dit ongeveer 224 kg CO2 per draaiuur. De marktrijpheid en meerkosten, die nauw met elkaar samen hangen, hebben echter sterke invloed op de inzet van duurzaam materieel op de bouwplaats. Op dit moment zijn de inzet van elektrische graafmachines en elektrisch klein materieel (rupsmachines, knikdumpers, wielladers) het laaghangend fruit, omdat deze al veelal verkrijgbaar zijn bij meerdere aanbieders. Verder zijn middel- en groot duurzaam materieel bij een enkele fabrikant op korte termijn beschikbaar (o.a. telescoopkraan, kraanwagen, betonmixer, heimachine en schepen), maar vanwege hun flink hogere aanschafprijs nog niet gangbaar op de markt. De meerkosten van duurzaam bouwmaterieel variëren tussen de twee tot vijf keer de normale aanschafprijs.
Daarbij is er grote afhankelijkheid van de energie-infrastructuur bij de inzet van bepaalde duurzame alternatieven, omdat een stekker of externe energiebron noodzakelijk zal zijn op de bouwplaats. Denk hierbij aan het inruilen van de dieselaggregaat voor zonnepanelen die ervoor zorgen dat de accu met groene energie kan worden opgeladen. Ook praktische overwegingen, zoals oplaadtijd en impact op de projectplanning, zijn belangrijk om mee te nemen indien duurzaam bouwmaterieel zal worden gebruikt bij bouwprojecten.