Binnenstedelijke ontwikkeling heeft gezorgd voor diverse hoogbouw projecten waarvan Movares (voorheen Zonneveld ingenieurs) de hoofddraagconstructie heeft ontworpen. Denk hierbij aan het European patent office in Rijswijk, de Maastoren in Rotterdam, de Zalmhaven te Rotterdam en de JuBi ministeries in Den Haag.
Wij werken aan hoogbouwprojecten die zich in de uitvoeringsfase of nog in het ontwerpstadium bevinden, zoals District E in Eindhoven, Spot Amsterdam en de Verheeskade in Den Haag. Bij het ontwerpen van hoogbouw speelt efficiëntie van de plattegronden alsmede de uitvoerbaarheid van de draagconstructie en de gevel een dominante rol. Wij treden in het ontwerp team als integrale partner op om een zo efficiënte constructie als mede een zo integraal mogelijk ontwerp te verkrijgen. De stabiliteit van de hoogbouw vergt de grootste impact op het ontwerp en zal in zo vroeg mogelijk stadia zo efficiënt mogelijk worden ontworpen om integraal in het ontwerp meegenomen te kunnen worden. Hoogbouw zorgt voor complexe funderingen, dit in verband met de hoge funderingsdruk maar tevens het kleine beschikbare funderingsplot. Voor gebouwen in Rotterdam is de fundering nog extra complex in verband met de Laag van Kedichem. De kleilaag onder deze eerste zandlaag zorgt voor kom vormige zettingen van de fundering. Hierdoor wordt de verticale belasting naar ‘buiten’ getrokken, welke effect heeft op de paalbelasting als mede de krachtswerking in het gebouw. Deze vervorming van de fundering dient dan ook meegenomen te worden in het constructieve ontwerp van het gebouw. Movares heeft veel ervaring met het rekenkundig modelleren van deze zandlaag en het ontwerpen van gebouwen op deze eerste zandlaag in Rotterdam, bijvoorbeeld bij de projecten Maastoren, Parkstad Zuid en Havenkwartier.
Tevens is Movares (voorheen Zonneveld ingenieurs) partner in het Hivibe Consortium onder leiding van TNO. Dit consortium analyseert door middel van metingen aan reeds opgeleverde hoogbouw en verificatie met reken modellen het dynamisch gedrag van hoogbouw beter de voorspellen. Dit betreft voornamelijk de versnellingen als gevolg van windbelasting/windstormen op de bovensteverdiepingen van het gebouw. Hiermee kunnen de ontwerpparameters in het ontwerpstadia exacter afgestemd worden op het werkelijk gedrag van de constructie waarmee ontwerpen geoptimaliseerd kunnen worden.