Sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet hebben gemeenten een omgevingsplan in plaats van een bestemmingsplan. Tijdens de overgangsperiode – die tot 1 januari 2032 duurt – hebben gemeenten de tijd om tot een omgevingsplan nieuwe stijl te komen. Dit nieuwe omgevingsplan moet voldoen aan de eisen van de Omgevingswet. De Omgevingswet streeft naar een meer samenhangende en integrale benadering van de fysieke leefomgeving zoals ruimtelijke ordening, milieu, natuur- en waterbeheer.

Het omgevingsplan vormt het hart van deze nieuwe regelgeving. Het is bedoeld om alle gemeentelijke regels voor de fysieke leefomgeving in één document te vatten.

Omgevingsplan nieuwe stijl

Het omgevingsplan vervangt het traditionele bestemmingsplan. En biedt daarmee het nieuwe kader waarbinnen ruimtelijke ontwikkelingen en activiteiten kunnen plaatsvinden. In tegenstelling tot de vroegere, vaak fragmentarische plannen, is het omgevingsplan een dynamisch en integraal totaaldocument. Het bestrijkt een breed scala aan onderwerpen, van bouwregels tot milieu- en natuurbeschermingsregels.

Het omgevingsplan kan meer flexibel en daarmee toekomstbestendig zijn. Zo kan het inspelen op nieuwe ontwikkelingen en behoeften binnen de gemeente. Dit doet het plan door integrale kaders te stellen, waarbinnen initiatiefnemers ruimte krijgen om nieuwe ontwikkelingen vorm te geven.

Het stellen van de juiste regels vereist een zorgvuldige afweging van belangen en een intensieve samenwerking met burgers, bedrijven en andere stakeholders. De beleidsafweging wordt gemaakt op basis van onder andere de omgevingsvisie, programma’s en ander gemeentelijk beleid.

Voor nieuwe ontwikkelingen is het nodig dat het tijdelijke omgevingsplan gewijzigd wordt. Movares kan volledig ondersteunen en ontlasten in een omgevingsplantraject.

Bruidsschat

Een belangrijk onderdeel van het tijdelijke omgevingsplan is de zogenaamde ‘bruidsschat’. Dit zijn tijdelijke regels die door het Rijk zijn opgesteld, en die automatisch zijn opgenomen in de omgevingsplannen van gemeenten op het moment dat de Omgevingswet in werking is getreden.  De bruidsschat dient als een vangnet. Het voorkomt dat leemtes ontstaan in de regelgeving tijdens de overgangsfase naar de nieuwe omgevingsplannen.

De bruidsschat bevat regels op diverse gebieden zoals geur, geluid, bodemkwaliteit en bouwen. Gemeenten hebben de mogelijkheid om deze regels in hun nieuwe omgevingsplan over te nemen, aan te passen of te vervangen door eigen beleid. Dit kan in één keer, maar ook stap voor stap thematisch of per gebied. Hierdoor kunnen ze geleidelijk en zorgvuldig hun eigen omgevingsregels ontwikkelen zonder dat de juridische continuïteit in gevaar komt.

Besluit kwaliteit leefomgeving

Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) stelt eisen aan de inhoud en kwaliteit van de regels die in de omgevingsplannen worden opgenomen. Het Bkl bevat onder andere instructieregels over hoe gemeenten moeten omgaan met gezondheid, veiligheid, duurzaamheid en milieu bij het opstellen van hun omgevingsplannen.

Het doel van het Bkl is om zowel een goede kwaliteit van de leefomgeving te waarborgen als maatwerkmogelijkheden en flexibiliteit te bieden. Daardoor kan een gemeente op de ene locatie bijvoorbeeld meer geluid toelaten (in een centrumgebied) dan op een andere locatie (in een woonwijk). Het Bkl biedt hierbij een kader en handvatten om de juiste afwegingen te maken. De gemeente dient alle relevante belangen te betrekken en af te wegen, en moet komen tot een evenwichtige toedeling van functies aan locaties.

BOPA: buitenplanse omgevingsplanactiviteit

Gemeenten kunnen binnen de Omgevingswet initiatieven ondersteunen. Eén manier is het verlenen van een vergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA).

Een BOPA is nodig voor activiteiten die niet voldoen aan de regels van het omgevingsplan. Dit geldt ook voor situaties zonder vergunningsvrijstelling bij het bouwen. Het kan gaan om activiteiten waarvoor het omgevingsplan een vergunning vereist. Soms geven de normale regels geen toestemming. Het kan ook gaan om activiteiten die in strijd zijn met algemene regels uit het omgevingsplan.

Een BOPA is technisch gezien een omgevingsvergunning. Er zijn wel enkele bijzonderheden. Toch verloopt het verlenen van een BOPA vaak eenvoudig en rechtlijnig.

Provinciale instructieregels

Naast de instructieregels van het Rijk moet het omgevingsplan ook voldoen aan instructieregels van de provincie.

Laat u adviseren over:

  • maken van een omgevingsplan
  • inpassen van nieuwe ontwikkelingen in het omgevingsplan
  • manier van inpassen
  • technische standaard
  • evenwichtige toedeling van functies aan locaties
  • Omgevingswet
  • opstellen van de uitleg, regels en verbeelding