Onze ov- en fietsnetwerken behoren tot de meest fijnmazige netwerken van de wereld, maar welk effect heeft deze fijnmazigheid op de bereikbaarheid? En hoe versterken deze netwerken elkaar? Met de Movares Verbindingswijzer meten wij sinds een aantal jaar op een toegankelijke wijze de (multimodale) bereikbaarheid van straat tot provincie.

Dat fiets en ov hand in hand gaan, bewijzen de alsmaar groter wordende fietsenstallingen op stations. De potentie voor de ketenreis is enorm en kan een belangrijke rol spelen in de mobiliteitstransitie. Op dit moment heeft 44% van de Nederlanders een station binnen ‘handbereik’. Op basis van deze constatering is er dus nog veel potentieel voor een modal shift.

Bereikbaarheid in kaart

In het kaartbeeld is het percentage inwoners dat binnen 10 minuten fietsen van een station woont weergeven. De grote steden (met veel stations) komen daarin naar voren. De vier stations van Helmond kleuren de stad bijna donkerblauw. Opvallend zijn ook de qua oppervlakte grote gemeenten in Noordoost Groningen. Grote woningconcentraties bevinden zich daar veelal rondom stations. Veel winst is er in het noorden en zuiden van Nederland te bereiken. Zeker in Noord-Brabant bevinden zich veel kernen die op meer dan 10 minuten van een station af liggen. Daarbij moet worden opgemerkt, dat het onderliggende ov-netwerk daarin niet is meegenomen. Bus, tram en metro zijn in Nederland immers ook een belangrijk (voor)transportmiddel.

Op de fiets naar het station in Utrecht

In Utrecht (ca. 359.000 inw.) woont ruim 79% van de inwoners (283.705 inwoners) binnen 10 minuten fietsen van het station. 15% van de inwoners (56.000) woont zelfs op 10 minuten lopen. Een enorm potentieel dus, al moet het belang van het onderliggend ov-netwerk (met SUNIJ- en Uithoflijn) niet worden onderschat.

Wil je meer weten over de bereikbaarheid van Nederland? Volg dan de serie van Wietse te Morsche op LinkedIn.